SamenWerkt heeft kennis genomen van het Concept Vervoerplan van de nieuwe concessiehouder Utrecht-Buiten (Keolis). Hierin worden een aantal vrij ingrijpende veranderingen voorgesteld. We staan kritisch tegenover de voorstellen van de provincie. We leggen hier onze bedenkingen op tafel, en willen met het college meedenken om dit plan bij te sturen waar mogelijk.
We begrijpen de aanleiding voor deze maatregelen, zoals ook in het plan is aangegeven. De bezetting van de bussen is laag. Meer mensen de bus in, en betere bereikbaarheid van Broekweg zijn een goede zaak. Dat laatste is gelukt, maar we zien wel erg veel nadelen voor de inwoners van Wijk.
De eerste regel van het deelplan zegt het al: ‘Het ontwikkelplan voor de buslijnen 341 en 56 biedt efficiëntere routes door Wijk bij Duurstede’. Efficiënt voor de vervoerder en de bedrijven op Broekweg (als de werknemers tenminste in Amersfoort wonen). Niet leuk voor veel Wijkenaren.
Daarom hebben we de volgende vragen voor het college:
- Is het college het eens met het voornemen van de provincie om op het drukste traject (lijn 41) de dienst te verschralen, waardoor het meest populaire uitstappunt (Steenstraat) slecht bereikbaar wordt? Zo ja, waarom?
- Is het college het met ons eens dat in het plan is gekozen voor relatief bescheiden winst in reistijd voor een kleine groep, met als gevolg grotere loopafstanden en overstap ongemak voor veel reizigers? Zo nee, waarom niet?
- Is het college het met ons eens dat de keuze voor een ‘overstaphub’, die met de huidige ritfrequenties en relatief geringe aantal haltes in de gemeente het reizen ingewikkelder maakt? Zo nee, waarom niet?
- Is het college het met ons eens dat de focus op grotere hubs vooral voor inwoners die niet goed kunnen fietsen of slecht ter been zijn benadeeld? Zo nee, waarom niet?
- Is het college het met ons eens dat ook zou kunnen worden gekozen voor grotendeels handhaven van bestaande tracés, met verlenging van één van de lijnen naar Broekweg? Zo nee, waarom niet?
- Is het college voornemens om een zienswijze in te dienen op het concept vervoerplan, waarin bovenstaande punten worden geadresseerd? Zo nee, waarom niet?
Een toelichting per vraag.
Bij vraag 1:
We vinden het onwenselijk dat halte Steenstraat nu slechts 2 bussen per uur zal zien, en dat je komend vanuit Utrecht moet overstappen of een langere looptijd hebt. Juist in deze openbare ruimte is zwaar geïnvesteerd: haltes zijn vernieuwd en nieuwe fietsenrekken gebouwd. Verder verslechtert de bereikbaarheid van de wijken langs de Zandweg daarmee. En vanaf de Markt naar de halte verdrievoudigt de looptijd. Of mensen voor 1 halte gaan overstappen en of dat tijdwinst oplevert, is zeer dubieus.
Bij vraag 3/4:
Wijk bij Duurstede is een kleine gemeente met 1 stoplicht en in de stadkern niet meer dan 8 haltes. Het introduceren van een hub en dus het overstappen binnen de gemeente, veroorzaakt ongemak en slechtere bereikbaarheid. De plek bij de brandweerkazerne is nu een onaantrekkelijke wachtplek, die investeringen vergt. Die investeringen hebben we vorig jaar juist gedaan op een op een plek waar de bus straks veel minder komt. De hub ligt relatief ver weg van de winkels en toeristische interessante punten zoals stadhuis en haven.
Een hub zal alleen functioneren bij hoge ritfrequenties en strakke dienstregeling. Dat is twijfelachtig want de frequenties wijzigen niet, behalve wat extra bussen in de spits: bus 56 zal het grootste deel van de dag gewoon een halfuurdienst blijven. Om maar te zwijgen van de effecten die de verzwaring van de Lekdijk zal hebben op de drukte bij Doorn. Het zou een wonder zijn als de 56 de komende tijd volgens dienstregeling rijdt, zeker in de spits. De hub loopt het risco om nauwelijks als overstap gebruikt worden, en men zal onder protest gaan lopen, om toch nog op tijd thuis of op werk te komen.
Bij vraag 5:
Verlenging van 41 of 56, of het verleggen van één van de eindpunten naar Broekweg had ook een oplossing kunnen bieden. Voor de feitelijke dekking qua loopafstanden maakt dit niks uit, omdat ook in het nieuwe plan geen extra haltes staan gepland in het bestaande dekkingsgebied.
Nog drie voorbeelden van bijeffecten.
• Je komt uit Cothen en wil naar de Markt. Je keuzes zijn: een halfuurdienst met de 56, met 3 minuten extra looptijd (halte ligt een stuk verder van het dorp). Of een kwartierdienst met overstappen of 8 minuten extra looptijd.
• Je werkt in Utrecht en woont in de Perengaard (Noorderwaard). Nu een frequente verbinding in de spits. Straks een halfuurdienst naar de ‘hub’, overstappen op de bus naar Utrecht. Dus eerder van huis. Als je zeker wil zijn dat je de aansluiting niet mist, ga je lopen: 15 minuten naar de hub. Of 20 minuten naar de volgende halte.
• Je werkt op Broekweg en je woont in Utrecht. Handig, die kwartierdienst naar Wijk. Helaas heb je vervolgvervoer nodig en die rijdt alleen in de ochtendspits vaker. Naar huis kun je het beste de 56 overslaan (die rijdt maar om het half uur) en zuchtend naar de 41 lopen (18 minuten)
Tenslotte: Misschien moeten we in de nabije toekomst dingen helemaal anders zou kunnen doen om vervoer betaalbaar te houden. Grote bussen die vaak leeg rondrijden zijn geen mooi gezicht en niet er rendabel.
Een andere aanpak is bijvoorbeeld het transport tussen wijken en kernen meer met kleinere, elektrische bussen te doen, en de loopafstanden klein te houden. Voorwaarde voor het invoeren van overstappen is dan wel dat er lokaal hoge ritfrequenties gehaald worden en aansluitingen gegarandeerd. Dat zien we niet in dit plan.
Het vervoerplan van de provincie utrecht is hier te vinden:
De provindcie houdt een online enquete over het plan. Deze vind je hier: